D66 en SP willen het maximale aantal leerlingen per klas eerst terugbrengen naar 29 en vervolgens naar 21. De partijen stellen dat kleinere klassen de onderwijskwaliteit verbeteren en de werkdruk voor docenten verlagen.
Het wetsvoorstel reserveert 600 miljoen euro om klassen op basisscholen, achterstandsscholen en vmbo-scholen te verkleinen. Het volledige bedrag moet binnen zes jaar beschikbaar komen, waarbij de financiering grotendeels afhangt van verkiezingsprogramma's van partijen.
Groeiend probleem grote klassen
Onderzoek toont dat het aantal klassen met meer dan dertig leerlingen de afgelopen jaren weer toeneemt na een eerdere daling. In het schooljaar 2021/2022 had 5,4 procent van alle klassen meer dan dertig leerlingen.
D66-Kamerlid Ilana Rooderkerk wil deze trend tegengaan. Volgens haar leveren kleine klassen op termijn juist meer op dan ze kosten.
Miljardenbaten verwacht
De partijen berekenen dat een investering van 1,5 miljard euro in kleinere klassen na tien jaar 3,5 miljard euro zou kunnen opleveren. Dit komt doordat leerlingen beter onderwijs krijgen en daardoor vaker werken, meer verdienen en meer belasting betalen.
Voor docenten betekenen minder leerlingen direct minder werk door minder nakijktaken, zorgtaken en oudergesprekken. Deze tijdsbesparing geeft leerkrachten meer aandacht voor de overgebleven leerlingen in hun klas.
Bronnen gebruikt: "ANP" Let op: Dit artikel is bewerkt met behulp van Kunstmatige Intelligentie.
