Een meerderheid van de EU-lidstaten en het Europees Parlement onderhandelen vandaag in Brussel over de Europese begroting voor 2026. Het doel is om vrijdag tot een definitief akkoord te komen. De centrale vraag: hoeveel financiële ruimte houdt de Unie over voor onverwachte gebeurtenissen?
De lidstaten pleiten voor voldoende flexibiliteit in de begroting. De Nederlandse ambassadeur bij de EU benadrukte op de begrotingsvergadering: «hebben we meer dan ooit buffers nodig om op onvoorziene uitdagingen te kunnen reageren». De woordvoerder noemde de onzekere wereldsituatie als belangrijke reden voor deze voorzichtige aanpak.
Het Europees Parlement kiest voor een andere benadering. De parlementariërs willen juist zoveel mogelijk budget nu al vastleggen en toewijzen. Deze tegengestelde visies vormen het kernconflict in de huidige onderhandelingen.
Brede steun voor buffers
De Nederlandse positie vindt steun bij meerdere grote lidstaten. De EU-ambassadeurs van Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië, België, Zweden en Finland onderstreepten eveneens het belang van financiële speelruimte.
De Nederlandse ambassadeur koppelde het pleidooi voor een strikte begroting aan de binnenlandse situatie: «Velen van ons voeren nationaal moeilijke discussies over bezuinigingen. Ook in de Unie mogen wij onze ogen niet sluiten voor dit vraagstuk en moeten we scherpe keuzes maken».
Let op: Dit artikel is gemaakt met Kunstmatige Intelligentie (AI).










