Het gemiddelde jaarinkomen van Nederlandse boeren en tuinders stijgt dit jaar naar 129.000 euro, meldt Wageningen University & Research (WUR). Dat is 11.000 euro meer dan in 2024. De stijging komt er ondanks diverse uitdagingen zoals vogelgriep en gestegen kosten. Tegelijkertijd daalt het totale inkomen van de Nederlandse landbouw voor het eerst sinds 2021.
De verschillen tussen sectoren zijn groot. Varkensboeren zien hun inkomen fors dalen van 259.000 euro in 2024 naar 171.000 euro dit jaar. Dat komt door hoge invoertarieven op varkensvlees in China, waardoor de prijzen zakten. Akkerbouwers komen uit op 60.000 euro door lagere prijzen voor hun producten.
Melkveehouders doen het juist beter met een gemiddeld inkomen van 120.000 euro. Hogere melk- en veeprijzen trekken hun resultaten omhoog. Biologische melkveehouders blijven achter met 90.000 euro.
Pluimvee profiteert van schaarste
De pluimveesector kampt met vogelgriep, wat voor sommige bedrijven een ramp betekent. Anderen profiteren juist van de schaarste: eiprijzen stegen gemiddeld met 20 procent.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde maandag dat het totale inkomen van de Nederlandse landbouw dit jaar 11,1 miljard euro bedraagt. Dat is 0,5 procent minder dan vorig jaar. De productiekosten stegen sterker dan de waarde van de producten.
Beleidsonzekerheid grootste zorg
Harold van der Meulen, agrarisch bedrijfseconoom bij WUR, noemt 2025 «een bewogen jaar» voor de land- en tuinbouwsectoren. De voortdurende beleidsonzekerheid vormt volgens hem de grootste «uitdaging» voor ondernemers. Ook de glastuinbouw worstelt met oplopende energieprijzen en productiekosten.
Let op: Dit artikel is gemaakt met Kunstmatige Intelligentie (AI).






