Het aantal varkens in Nederland is voor het eerst in 46 jaar onder de 10 miljoen uitgekomen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) daalde de veestapel het afgelopen jaar met 5 procent, een iets sterkere afname dan het jaar ervoor.
De daling zet een trend voort die al sinds 2019 gaande is. Het CBS wijst naar stoppersregelingen van de overheid vanwege de stikstofcrisis als hoofdoorzaak voor de krimp van de varkensstapel.
Dramatische afname sinds 2000
In 2000 telde Nederland nog meer dan 13 miljoen varkens. Op 1 april van dit jaar was dit aantal gedaald tot 9,96 miljoen dieren. Varkensvlees blijft ondanks de daling de meest gegeten vleessoort in Nederland en vormt een belangrijk exportproduct.
Vooral kleine en middelgrote bedrijven gooien de handdoek in de ring. Het aantal varkenshouders met minder dan vijfhonderd dieren nam in tien jaar tijd met twee derde af.
Schaalvergroting in de sector
Door het verdwijnen van kleinere bedrijven steeg het gemiddelde aantal varkens per bedrijf in dezelfde periode met 50 procent. Een varkenshouder heeft nu gemiddeld 5000 dieren onder zijn hoede.
Ook de rundveestapel kromp verder, met ruim 3 procent ten opzichte van een jaar eerder. Dit is een grotere krimp dan in voorgaande jaren. Op 1 april waren er 3,7 miljoen runderen in Nederland, tegenover 3,8 miljoen in 2020 en rond de 4 miljoen tussen 2000 en 2015.
In 2017 moesten bedrijven al melkkoeien wegdoen om de hoeveelheid fosfaat terug te dringen. De afgelopen jaren kunnen ook melkveehouders aanspraak maken op stoppersregelingen in verband met stikstof.
(ANP) Opmerking: door Upday herschreven m.b.v. Kunstmatige Intelligentie, gebaseerd op ANP content
