Bij hulpverlening in de grotendeels verwoeste Gazastrook zijn inmiddels al meer dan zeshonderd Palestijnen gedood, meldt het mensenrechtenbureau van de Verenigde Naties. Het gaat om 613 doden tot 27 juni, maar er zijn sindsdien meer incidenten geweest, benadrukt de VN-organisatie.
De doden vielen bij de voedseldistributie door de omstreden, door Israël gesteunde Gaza Humanitarian Foundation (GHF) en bij konvooien met humanitaire hulp, aldus het bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten. De incidenten waren nadat Israël in mei de hulpblokkade voor de Gazastrook had opgeheven.
Israëlische aanvallen bij hulpverlening
Er waren meerdere Israëlische aanvallen toen mensen hulpgoederen kwamen ophalen bij de GHF, die als enige organisatie is toegelaten. Israël geeft inmiddels toe dat er burgerslachtoffers zijn gevallen bij distributiecentra.
Mensenrechtenorganisatie Amnesty International waarschuwde voor de gevaren: "Voor uitgehongerde Palestijnen is het zoeken naar hulp veranderd in een dodelijke valstrik."
Kritiek watertekort dreigt
Ondertussen nadert de humanitaire situatie in Gaza een kritiek punt door een gebrek aan water, stelt de VN-kinderorganisatie UNICEF. Al meer dan zeventien weken weigeren de Israëlische autoriteiten brandstof toe te laten.
Zonder brandstof kunnen waterpompen niet draaien, kan water niet worden gezuiverd en komt het aanbod van drinkwater in gevaar, aldus UNICEF. Als er niet onmiddellijk brandstof Gaza binnenkomt, zullen kinderen sterven van de dorst, vreest de organisatie.
De blokkade heeft verwoestende gevolgen voor de toegang tot schoon drinkwater, medische zorg en andere basisvoorzieningen. "De wereld kijkt toe terwijl Gaza letterlijk droogvalt", zegt Suzanne Laszlo, directeur van UNICEF Nederland.
(ANP/RTR) Opmerking: Dit artikel is bewerkt met behulp van Kunstmatige Intelligentie.
