Het gerechtshof in Den Haag heeft bepaald dat de Nederlandse staat geen extra maatregelen hoeft te nemen tegen Israël vanwege de oorlog in Gaza en de bezette Palestijnse gebieden. De rechter oordeelde dit in een kort geding dat was aangespannen door onder andere de Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al-Haq en negen andere organisaties.
De eisers eisten dat Nederland de export van militaire goederen en honden naar Israël stopzet. Ook vroegen ze om maatregelen tegen Nederlandse bedrijven die handel drijven met illegale Israëlische nederzettingen. Volgens de organisaties is Nederland verplicht om individueel op te treden tegen genocide en mensenrechtenschendingen.
Het hof erkende dat er «weliswaar aannemelijk» is «dat er een risico bestaat op genocide en ernstige schendingen van de mensenrechten». Toch wees de rechter de eisen af. Het is «in beginsel niet aan de rechter om aan de staat voor te schrijven welke maatregelen genomen moeten worden om dat tegen te gaan», aldus het hof. De rechter moet terughoudendheid betrachten bij politieke beleidskeuzes.
Reactie eisers
De eisende partij reageerde teleurgesteld op de uitspraak. De organisaties noemden de huidige maatregelen van Nederland «too little too late». Ze benadrukten dat het land «moreel, maar ook juridisch verplicht» is om meer te doen.
De Nederlandse staat heeft al enkele maatregelen genomen, zoals een reisverbod voor bepaalde Israëlische ministers. Ook worden er geen exportvergunningen meer verleend voor militaire goederen als er risico bestaat op inzet in Gaza. Voor een verbod op hondenexport zou een wetswijziging nodig zijn. Handelsbeperkingen met illegale nederzettingen vallen volgens het hof buiten de rechterlijke macht.
Achtergrond F-35-zaak
In februari van vorig jaar oordeelde hetzelfde gerechtshof nog dat Nederland moest stoppen met het leveren van F-35-onderdelen aan Israël. Het hof vond toen dat er «onvoldoende rekening werd gehouden met de gevolgen voor de burgerbevolking». De Hoge Raad draaide deze uitspraak vorige maand terug en bepaalde dat de regering zelf moet beslissen over de export van F-35-onderdelen. Het kabinet moet binnen zes weken na dat oordeel een besluit nemen.
Let op: Dit artikel is gemaakt met Kunstmatige Intelligentie (AI).








