Asielminister David van Weel (VVD) behoudt de bevoegdheid om in schrijnende gevallen alsnog een verblijfsvergunning te verlenen. De Raad van State oordeelde dat deze discretionaire bevoegdheid niet is weggenomen van de minister.
De discretionaire bevoegdheid stelt de minister in staat om in uitzonderlijke situaties alsnog een verblijfsvergunning aan te bieden. Dit kan gebeuren wanneer reguliere asielprocedures geen uitkomst bieden maar de omstandigheden dermate schrijnend zijn dat humanitaire overwegingen prevaleren.
Verschuiving naar IND in 2019
In 2019 werd deze bijzondere bevoegdheid officieel overgeheveld van de asielminister naar de directeur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De bedoeling was om de besluitvorming te depolitiseren en meer op ambtelijk niveau te brengen volgens de toenmalige regelgeving.
De hoogste bestuursrechter stelt echter vast dat deze verschuiving alleen plaatsvond in lagere regelgeving en niet in de Vreemdelingenwet zelf. Omdat de wettelijke basis ongewijzigd bleef, beschikt minister Van Weel nog altijd over deze discretionaire bevoegdheid om in schrijnende gevallen in te grijpen.
Bronnen gebruikt: "ANP" Let op: Dit artikel is bewerkt met behulp van Kunstmatige Intelligentie.