Spaarders in Duitsland en Nederland zien de waarde van hun spaargeld tot minstens medio 2026 verder dalen. De inflatie ligt in beide landen hoger dan de rente die banken op spaarrekeningen bieden, waardoor het geld feitelijk in koopkracht afneemt.
De inflatie bedroeg in Duitsland vorige maand 2,3 procent, terwijl grote Nederlandse banken momenteel ongeveer 1,40 procent rente op spaargeld aanbieden. In Nederland lag de inflatie zelfs op 2,9 procent. Het verschil tussen inflatie en spaarrente betekent een nettoverlies voor spaarders.
ECB laat rentes ongewijzigd
De Europese Centrale Bank heeft de belangrijkste rentetarieven in de eurozone inmiddels vier keer achter elkaar ongewijzigd gelaten. Economen verwachten dat de ECB de rente voorlopig niet verder verlaagt. Oliver Maier, directeur van de Duitse vergelijkingssite Verivox, verwacht volgens persbureau ANP dat hierdoor de stabiliteit aanhoudt: "Daarmee blijven de rentes voor daggeld en kort- tot middellangetermijndeposito's naar verwachting ook gemiddeld vrij stabiel in de markt"
De meeste banken in Duitsland bieden spaarrentes die onder de nationale inflatie liggen. Voor spaarders betekent dit dat hun geld de komende jaren aan waarde blijft verliezen, ondanks dat het formeel groeit door de rente.
Let op: Dit artikel is gemaakt met Kunstmatige Intelligentie (AI).







