Levensverzekeraars hebben de afgelopen twee jaar voor 7 miljard euro aan pensioenverplichtingen overgenomen van pensioenfondsen. De Nederlandsche Bank (DNB) meldt dat vijftien fondsen via zogenoemde buy-outs zijn overgegaan naar verzekeraars als Achmea, ASR, Athora en Nationale Nederlanden.
De overname-golf is aantrekkelijk voor kleinere pensioenfondsen die de complexiteit van de nieuwe Wet toekomst pensioenen (Wtp) willen vermijden. De wet trad in juli 2023 in werking en alle pensioenschema's moeten zich voor 1 januari 2028 hebben aangepast aan de nieuwe regels.
De huidige marktomstandigheden met relatief hoge rentes maken de buy-outs ook financieel interessant voor verzekeraars. Voor hen bieden de overnames groeimogelijkheden en de kans om kostenefficiënter te werken.
Marktaandeel verzekeraars groeit
Verzekeraars beheren inmiddels 230 miljard euro aan pensioenschema's, wat neerkomt op 15 procent van de totale Nederlandse pensioenvoorzieningen van 1573 miljard euro. Het marktaandeel neemt door de buy-outs gestaag toe.
Zekerheid voor deelnemers
Voor pensioenfondsen biedt de overdracht vooral zekerheid aan hun deelnemers. De uitvoering van de pensioenschema's en het bedrag van de pensioenuitkering worden gefixeerd, vergelijkbaar met het huidige pensioenstelsel.
De nieuwe pensioenwet introduceert een universele premieregeling waarbij pensioenopbouw plaatsvindt door collectief te beleggen met gedeelde risico's. De uiteindelijke pensioenuitkomst hangt af van de ingelegd premie en de behaalde beleggingsresultaten.
Let op: Dit artikel is gemaakt met Kunstmatige Intelligentie (AI).
