Nederlandse ondernemers hebben sinds 1992 te hoge transactiekosten afgedragen aan creditcardmaatschappijen Visa en Mastercard. Stichting MIFC heeft daarom besloten rechtszaken aan te spannen tegen beide bedrijven wegens jarenlange overcharging.
Het geschil draait specifiek om betalingen met creditcards die buiten Europa zijn uitgegeven. Over elke betaling met zo'n kaart bij een Nederlandse onderneming betaalt de ondernemer een vergoeding aan de creditcardmaatschappijen.
Vergoedingen tot 2 procent
Deze zogeheten interregionale interchange fee kon door Visa en Mastercard zelf worden vastgesteld. De vergoeding kwam neer op tot 2 procent van het transactiebedrag.
Stichting MIFC meent dat de creditcardmaatschappijen deze vergoedingen vanaf 1992 kunstmatig hoog hebben gehouden. De stichting vindt dat zij helemaal geen vergoeding in rekening mogen brengen en vraagt de rechter om een verbod hierop.
Europese Commissie uitte eerder bezwaren
Voor de gedupeerde ondernemers eist Stichting MIFC compensatie. Bestuurslid Ellen Soerjatin van Stichting MIFC voert aan dat de Europese Commissie eerder al bezwaren heeft geuit tegen de hoge vergoedingen die de creditcardmaatschappijen vragen.
"In antwoord daarop verlaagden Visa en Mastercard in 2019 de interregionale interchange fees aanzienlijk", stelt zij. "Dit betekent dus dat Nederlandse winkeliers, horecabedrijven en andere ondernemers die interregionale transacties met creditcards van Visa en Mastercard hebben geaccepteerd vanaf 1992 te veel hebben betaald."
(ANP) Opmerking: Dit artikel is bewerkt met behulp van Kunstmatige Intelligentie.
