Defensie heeft jarenlang gehandeld in strijd met de geldende normen. Dit concludeert een onafhankelijke commissie die onderzoek deed naar het mortierongeval in Mali in 2016.
Bij dat incident kwamen de militairen Henry Hoving (29) en Kevin Roggeveld (24) om het leven. Een derde militair raakte zwaargewond.
De commissie onder leiding van Peter den Oudsten onderzocht specifiek of individueel nalatig of verwijtbaar handelen tot het mortierongeval leidde. Er was vooral sprake van nalatig optreden, maar in drie gevallen ook van verwijtbaar handelen.
Gevolgen voor medewerkers
Minister Ruben Brekelmans (Defensie) gaat onderzoeken of dit rechtspositionele gevolgen moet hebben voor betrokken medewerkers. Deze stap volgt op de bevindingen van de commissie over het verwijtbare handelen.
De nabestaanden zijn verheugd dat "eindelijk de waarheid boven tafel is gekomen", aldus Jennifer Schouten tijdens de presentatie van het rapport. Zij is de weduwe van de omgekomen militair Hoving.
Kritiek op ministerie
Schouten heeft net als de commissie kritiek op het ministerie. "Nabestaanden voelden zich vaak niet serieus genomen", stelde zij.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid oordeelde eerder ook al dat Defensie in deze zaak ernstig tekortschoot. Een jaar na het ongeluk schreef de OVV al dat de veiligheid van granaten en medische zorg niet op orde waren tijdens de Mali-missie.
Volgens de commissie-Den Oudsten leidden missiedrang en uitholling door bezuinigingen ertoe "dat er werd afgeweken van de eigen normen en dat risicovolle patronen ontstonden". De top van het ministerie was hiervan niet op de hoogte.
Aanbevelingen voor toekomst
In de aanbevelingen stelt de commissie dat Defensie beter moet omgaan met gewonde militairen en nabestaanden van gesneuvelde militairen. Het "luisterend vermogen" van het departement moet volgens Den Oudsten verbeteren.
Dan zullen nabestaanden ook niet meer het gevoel hebben dat ze niet serieus worden genomen.
Bronnen gebruikt: "ANP" Let op: Dit artikel is bewerkt met behulp van Kunstmatige Intelligentie.