De EU-visseriministers hebben een akkoord bereikt over de visquota voor volgend jaar. Na twee dagen onderhandelen in Brussel zijn de vangstlimieten vastgesteld voor Europese vissers in de Noordzee, de Atlantische Oceaan en de Zwarte Zee.
Het akkoord regelt hoeveel vis de vissers uit de lidstaten mogen vangen. Voor Nederland zijn vooral de quota voor tong, makreel, zeebaars, haring en horsmakreel van belang, aldus het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.
Meer tong en zeebaars, minder haring
Het Nederlandse ministerie meldt dat sommige visbestanden gezond genoeg zijn voor hogere vangsten. «Een aantal visbestanden is dusdanig gezond dat de vangstmogelijkheden voor komend jaar toenemen. Voorbeelden hiervan zijn tong en zeebaars», aldus het LVVN.
Andere soorten krijgen juist lagere quota. «Tegelijkertijd is een aantal visbestanden naar beneden bijgesteld, bijvoorbeeld bij haring, kabeljauw en makreel», laat het ministerie weten.
De Deense visserijminister Jacob Jensen spreekt van een geslaagde onderhandeling. «We hebben een compromis bereikt met brede steun onder de lidstaten», zegt Jensen over het akkoord.
Let op: Dit artikel is gemaakt met Kunstmatige Intelligentie (AI).
